Protestantse Kerk in Nederland
Evangelisch-Lutherse Gemeente Utrecht-Zeist e.o.
 
 
Paasmorgen 2019 ds. van Opstal Hamburgerstraat Paasmorgen 2019 ds. van Opstal Hamburgerstraat
Pasen 2019 Hamburgerstraat ds. C van Opstal
Klokgelui

Orgelspel Christ lag in Todesbanden Bach

Intochtslied: De Heer is waarlijk opgestaan!
Kindercantorij 1 – 3, allen: 4-7
1.De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja!
Jezus deed de dood teniet.
Zing daarom het hoogste lied

2.De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja!
Vrouwen uit Jeruzalem,
kwamen vroeg en zochten Hem.
De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja!

3.En hoe groot was hun verdriet,
want zij vonden Jezus niet.
De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja!

4.Maar een engel sprak hen aan:
Die gij zoekt is opgestaan.
De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja!

5.Denkt toch aan zijn eigen woord,
dat gij vroeger hebt gehoord.
De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja!

6.Hij, die grote mensenzoon,
gaat door 't graf heen naar zijn troon.
De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja!

7.Zoekt Hem bij de doden niet,
maar zingt mee het hoogste lied.
De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja!

V: De Heer is waarlijk opgestaan!
G: De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja!
V: 10 Al zouden de bergen wijken
en de heuvels wankelen,
mijn liefde zal nooit meer van jou wijken
en mijn vredesverbond is onwankelbaar
– zegt de HEER, die zich over je ontfermt. (Jes 54)

Introïtus
Voorzang: Antifoon: Als ik ontwaak, dan ben ik nog bij U, Halleluja. Gij legt Uw hand op mij, Halleluja. Dit te bevatten is mij te wonderbaar, te verheven. Halleluja.
Allen: Psalm 139: 1,8,9,10
  Antifoon

Kyrie en Gloria: 299d
Om wie hun doden betreuren en blijven liefhebben,
om wie de deuren van het leven open blijven houden in hun hoop,
om de worsteling die leven is en om de vreugde die het geeft.

Dienst van het Woord

Groet

Gebed van de Zondag
God boven alle machten,
die door de dood heen van uw Zoon
de zonde en de dood vernietigd hebt
en door zijn opstanding
vrede en liefde en eeuwig leven aan het licht gebracht hebt,
op dat wij in uw Rijk leven.
Schenk ons, dat wij dat van ganser harte geloven en er uit leven.
Door Jezus Christus onze Heer, die met U en Uw Geest leeft en regeert, nu en tot in eeuwigheid.
G. Amen

Jeremia 31: 2-6
2 Dit zegt de HEER: In de woestijn kreeg ik Israël lief, het volk dat aan vernietiging ontkomen was. Ik ging hun voor en gaf hun vrede.
3 Van ver ben ik naar je toe gekomen, Vrouwe Israël. Ik heb je altijd liefgehad, mijn liefde zal je altijd vergezellen.
4 Ik breng je weer tot bloei. Je zult weer dansen in de rei en de tamboerijnen laten klinken.
5 In Samaria’s bergen zul je wijngaarden planten, en mogen eten van de eerste vruchten.
6 De dag breekt aan dat in Efraïm de wachters op de bergen roepen: “Kom, laten we op weg gaan naar de Sion, naar de HEER, onze God!”

Graduale: psalm 118a

Handelingen 10: 36-42a
36 God heeft aan de Israëlieten bekendgemaakt dat hij door Jezus Christus het goede nieuws van de vrede is komen brengen. Deze Jezus is de Heer van alle mensen. 37 U weet wat er in heel het Joodse land is gebeurd, hoe het begon in Galilea, hoe God, na de doop waartoe Johannes opriep,
38 Jezus uit Nazaret met de heilige Geest heeft gezalfd en met kracht heeft bekleed. Hij trok als weldoener door het land en genas iedereen die in de macht van de duivel was, want God stond hem bij.
39 Wij zijn de getuigen van alles wat hij gedaan heeft, in het land van de Joden en ook in Jeruzalem. Zeker, ze hebben hem gedood door hem aan een kruishout te hangen,
40 maar God heeft hem op de derde dag weer tot leven gewekt en hem aan de mensen laten verschijnen,
41 niet aan het hele volk, maar aan enkele getuigen die daartoe door God waren aangewezen, aan ons namelijk, die samen met hem gegeten en gedronken hebben nadat hij uit de dood was opgestaan.
42 Hij heeft ons opgedragen daarvan getuigenis af te leggen.

Zondagslied: 624 Christus onze Heer verrees!

Halleluja. Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt. Laten wij juichen en ons verheugen.
Allen: Halleluja.

Lukas 24: 1-12
1 Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden. 2 Bij het graf aangekomen, zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold, 3 en toen ze naar binnen gingen, vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet.
4 Hierdoor raakten ze helemaal van streek. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen.
5 Ze werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tegen hen: ‘Waarom zoekt u de levende onder de doden? 6 Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt. Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was: 7 de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.’ 8 Toen herinnerden ze zich zijn woorden.

9 Ze keerden terug van het graf en gingen aan de elf en aan alle anderen vertellen wat er was gebeurd.
10 De vrouwen die het graf bezochten, waren Maria uit Magdala, Johanna, Maria de moeder van Jakobus, en nog enkele andere vrouwen die hen vergezelden. Ze vertelden de apostelen wat er was gebeurd, 11 maar die vonden het maar kletspraat en geloofden hen niet.
12 Petrus echter stond op en rende naar het graf. Hij bukte zich om te kijken, maar zag alleen de linnen doeken liggen. Daarop ging hij terug, vol verwondering over wat er gebeurd was.

Acclamatie: 339a

Verkondiging

Gemeente van de levende Heer, Jezus Christus,
De opstandingsmorgen in de hof waar, Jozef van Arimatea zijn graf ter beschikking heeft gesteld aan Jezus’ dode lichaam….Het ondenkbare is geschied. Niemand weet het nog…
Er komen vrouwen aan. Een hele groep is het bij Lukas. Maria van Magdala, Maria, de moeder van Jacobus, en Johanna en nóg enkele andere vrouwen. Drie vrouwen met name: een vrouw die genezen is door Jezus: Maria van Magdala,  bevrijd van haar boze geesten en gedachten- opgehelderd!; Johanna, niet de minste: de vrouw van een minister van Herodes, zij kwam ook al eerder voor in het Evangelie; en Maria, de moeder van Jacobus, die waarschijnlijk tot Jezus’ familie behoort. En dan nog die andere vrouwen. Een menigte aan getuigen. Vrouwen, niet van lariekoek, maar vrouwen op wie je kunt vertrouwen
Waren de vrouwen niet naar het graf gegaan, wanneer hadden we dan geweten van een leeg graf? Het lege graf, een begin van een vingerwijzing naar de totale ommekeer van de aardse orde van ‘ leven en dan sterven’.
Wíj krijgen een raadsel voorgeschoteld: het graf een open gat; wat heeft dit te betekenen??,die vraag dringt zich onmiddellijk op! Iets wordt losgemaakt in ons, er komt een steekje los te zitten, een torntje in de onverbiddelijkheid van dood en graf. Maar nog geen vermoeden van… De vrouwen staan erbij en kijken ernaar en zijn het spoor bijster.
Er moet een woord bij komen, net als straks bij ons bij het sacrament. Want anders is brood gewoon brood en wijn gewoon wijn. En dan is een leeg graf alleen een leeg graf,  hoe absurd het ook is. Het lege graf verraadt nog niets. Het is een nog sprakeloze open mond.
Boodschappers van de hemel, lichtend als bliksem, brengen het goddelijke woord.
Niet als een boodschap als in de kerstnacht: U is heden de Heiland geboren, Christus de Heer.
Zij stellen een vraag, een verwonderde vraag: wat zoeken jullie de levende bij de doden?
Niet het lege graf is de absurditeit.
Maar het blijkt een  absurditeit te zijn, dat zij de Levende hier  zoeken!! Dit is het verkeerde adres…Het is zo’n verbluffende manier om Jezus te verkondigen als de levende Heer.

Dat hij leeft wordt hen niet verkóndigd, -dat Hij is opgewekt wordt niet aan hen geopenbáard, - het wordt door de engelen eenvoudigweg verondersteld dat ook zij dat weten.
Jezus leeft, hoe zou het anders kunnen? Wie is zo gek hem hier te zoeken bij de dood?
De vrouwen staan bij een graf, dat aangeduid wordt met een woord dat zoiets als ‘herinneringsmomument’ betekent. Zoals wij met een zekere weemoed, of welke gevoelens er ook bij komen kijken, aan het graf staan van die geliefde, vader, moeder, die vervlogen is. Das war einmal. Een gedenkteken voor wie eens was. En iedere herinnering lijkt al in een nevel gehuld, verpakt in de verleden tijd.
Nee, zeggen de engelen! Verdiep je herinnering! Maak je herinnering actueel, betrek haar op het lege graf.
Verbind je herinnering met dit graf dat je leeg aangaapt.
Heeft hij zelf niet gezegd…?!|
De Mensenzoon moet overgeleverd in de handen van zondaars, moest gekruisigd en zou op de derde dag opstaan. Als Jezus straks de Emmaüsgangers aanspreekt, dan vraag hij hen: bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de profeten gezegd hebben. Het is al gezegd en nu pas gaat ons het licht op, dat dat alles wat psalmen en profeten zingen en roepen, betrekking heeft op deze Ene.
“In de woestijn kreeg ik Israël lief.
Ik ging hun voor en gaf hun vrede.
Van ver ben ik naar je toegekomen, vrouwe Israel,
Ik heb je altijd liefgehad,
mijn liefde zal je altijd vergezellen,
Ik breng je weer tot bloei,
je zult weer dansen in de rei
en de tamboerijnen laten klinken.
Opstanding uit de doden,  dat is tekenend voor Gods geschiedenis met zijn volk.
Hoe, voor ons als Christenen, dan eens te meer met deze éne Zoon van Israel, Jezus van Nazareth. Messias. God kreeg hem lief in de woestijn van de verzoeking.
Zijn liefde vergezelde Hem bij alles wat hij deed, deze weldoener, genezer, uitdrijver van en bestrijder van de Boze. Hij was de liefde van God in zijn persoon. Deze minnaar van zondaars. De dood verliest het van hem.
Gods liefde voor deze Zoon blijft levend, zo levend dat Hij hem opwekt uit de dood.
De opstanding, de opwekking is het grote levensteken van hoe God mensen met zich verzoent en zijn verbond gestand doet.
Dit opstandingslicht valt over het kruis heen en het wordt opeens veelbetekenend. Niet alleen meer catastrofe, maar onder alle verschrikking weten we nu, -door de opstanding!-, dat God er was, ook daar op Golgotha. Het ging niet buiten hem om. Hij doet er zijn eigen werk mee, zijn eigen bevrijdende werk. Het mysterie van Gods aanwezigheid en werkzaamheid zelfs daar. ‘Mijn liefde zal je altijd vergezellen’.
God gaat niet mee in de vernietigingsdrang van mensen, maar kroont het leven van zijn geliefde zoon met leven. Leven dat , - in Hem- ook voor ons geldt.
Deze God brengt weer tot bloei. Na een tocht door de woestijn is er beloofd land vloeiende van melk en honing. Na een ballingschap ligt er een weg terug naar huis. Het volk stond op.
Ik zal je weer tot bloei brengen, zingt God ons in de oren.
Waar is de opgestane Heer? We zien hem nog niet.
Nog treedt hij hen niet tegemoet.
De vrouwen gaan vertellen wat ze gezien en gehoord hebben.
Ze vinden geen geloof.
Maar het zaad van de hoop, van de opstanding is gezaaid in hun nu nog dove hart, dat het nog niet kan verstaan. De vonk van de hoop, de vonk van het leven is in hen aangestoken. Wat zoekt gij de levende bij de doden? Zo meteen wordt het een uitslaande brand van ongelofelijke vreugde. Hij leeft!
Dit verdoofde hart komt van het ene op het andere moment in bloei te staan, wanneer Emmaüsgangers Jezus zullen herkennen bij het breken van het brood, -wanneer Hij die avond plotseling in hun aller midden staat.
Stap voor stap, van een graf dat leeg is, van engelen die een vraag stellen over het zoeken van de levende bij de doden, van het weer in herinnering krijgen wat Hij ook weer zei, van het ongeloof vinden bij je vrienden, maar toch kan die ene, Petrus,  het niet laten om tóch te gaan kijken… Zo sijpelt de waarheid van de Levende telkens verder bij hen binnen. En zullen zij Hem kunnen gaan herkennen.
We vertrouwen ons niet zo maar in eens aan de opstanding toe. Is het niet elke Pasen weer een wonder, waar wij ons telkens opnieuw aan overgeven? Elk jaar weer komen we niet verder dan gestamel. Vertrouwen ons toch weer toe aan dit mysterie. En dan breekt  de vreugde los. Ons halleluja; onweerstaanbaar.
Nieuwe perspectieven voor ons allen breken door in de opstanding.
Tegen de vergeefsheid, tegen de faits accompli, tegen de harde feiten van de dood.
Als je denkt dat je leven is doodgelopen, als je gevangen zit in een grot zonder licht, wanneer je leven gebarricadeerd lijkt , wanneer je je pogingen staakt uit vergeefsheid, wanneer je woede of verdriet is verfletst tot gelatenheid,
Ik breng je weer tot bloei, spreekt onze God.
Ik heb je altijd liefgehad.
Mijn liefde zal je altijd vergezellen. AMEN.

Lied 628

Dienst van gaven en gebeden

Afkondigingen


Collecten: 1 voor het werk in de eigen gemeente
               2: voor Olijfbomen

Offerandemuziek: Fuga in C-groot Händel

Gebed over de gaven.

Voorbeden met acclamatie 368f
Wij bidden voor mensen midden in het leven,
in de kring van hun relatie, hun familie, werk, hun kinderen.
Met alle goede zorg, verantwoordelijkheid en liefde.
Zegen hun leven,
Wij bidden voor jonge mensen
open voor het leven, geen steen, die hen weerhoudt.
Dat zij hun weg gaan met goede moed en idealen
Zegen hun leven
Wij bidden voor mensen bij wie het leven zijn vanzelfsprekendheid verloor
door dreiging van ziekte, door ziekte, door verlies, door teleurstelling, door handicap, door ouderdom
Dat zij zich kracht en licht vinden in liefde van mensen en in U en in zichzelf door uw Geest.
Zegen hun leven
Wij bidden voor mensen, die zichzelf hervonden, herboren,
die opnieuw opstaan en het er opnieuw op wagen,
Zegen hun leven
Wij bidden voor mensen,
die fundamentele levensvoorwaarden ontberen,
met huizen verwoest door vloedgolven of oorlogsgeweld,
hun velden geteisterd door droogte of alles verzopen.
Epidemieën die huishouden.
Vernieuw de wereldorde,
zegen hun wereld
Wij bidden voor kinderen
dat zij spelen kunnen
dat zij nieuwsgierig zijn en leren zullen
dat hun gevoelige harten vrede kennen
dat zij op tegenslag een antwoord vinden.
Dat zij U leren kennen.
Zegen hun leven


Avondmaal

Belijdend lied:
618: 1,6 7

Prefatie
Vrede zij met u
En met uwen geest.
Verheft uw harten.
Wij hebben ze bij de Heer.
Laat ons dankzeggen de Heer onze God.
Het is waardig en recht.
Lofprijzing
Ja, goed is het U te loven
nu en altijd,
want hoe onvoorstelbaar ook voor ons,
U wekte uw Zoon, de gekruisigde, op uit de dood.
Want zijn leven was uw waarheid,
zijn daden spraken van uw liefde en uw Koninkrijk.
Hij is de eersteling van uw nieuwe schepping.
Hij, onze Heer, de Opgewekte,  roept ons het leven in.
Daarom, zoals uw volk Israel,
met al uw engelen en boden
met heel uw kerk in hemel en op aarde
wereldwijd en hemelsbreed,
zingen ook wij de lof van uw heerlijkheid.
Heilig: 404d
Wij danken U om uw Zoon, Jezus van Nazareth,
gedoopt met de doop waartoe Johannes hem opriep,
gezalfd met de Heilige Geest
met hemelse kracht bekleed.
Hij trok als weldoener door het land,
genas iedereen die in de macht van de duivel en het on-leven was.
U was met Hem.
Hij was met mensen, deelde zich, gaf vertrouwen, schonk geloof.
Schonk nieuw leven.
Hij werd aan het kruishout gehangen
tot verbijstering van wie hem geloofden,
-Hij vroeg U hen te vergeven die hem dit aandeden.
Zo was de liefde sterker dan de dood.
Hij stond op en bleek nog altijd de levende Heer te zijn,
nog steeds bron van leven voor wie naar Hem horen.
Met Hem bidden wij tot U: Onze Vader
In de nacht dat hij zijn laatste maaltijd met zijn vrienden deelde,
met het oog op de Exodus, de bevrijding uit duisternis en slavernij,
een beloofd land in het verschiet,
nam hij het brood, sprak de dankzegging uit,  brak het brood en deelde het rond en zei:
dit is mijn lichaam voor jullie.
Doet dit tot mijn gedachtenis.

Na de maaltijd nam hij de beker, sprak de dankzegging er over uit en zei:
deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed,
die is vergeving van zonden en nieuwe leven.
Neemt en drinkt allen daaruit
tot mijn gedachtenis.

Onze Vader

Lofprijzing:
402a

Communio
Communiemuziek: Seele, deine Spezereien (Osteroratorium Bach)

In de kring: Ik heb je altijd liefgehad.
Mijn liefde zal je altijd vergezellen.
Ik breng je weer tot bloei.




Danklied: U zij de glorie

Dankt de Heer want Hij is vriendelijk
Want zijn goedheid duurt in eeuwigheid, halleluja!

Dankgebed
Prijs de HEER, mijn ziel,
vergeet niet één van zijn weldaden. Psalm 103:2

Wij danken dat U ons voedt met wat ons goed doet:
het brood, dat de Heer zelf is, zoals hij zich aan ons meedeelt,
de wijn, de Heer zelf in al zijn warme gloed voor ons.
Dat het kracht moge geven en levenslust…
Gaat heen in de vrede des Heren
God zij lof en dank.

Zegen
Amen, amen, amen.

Orgelspel

 
terug
 
 
 
 
Wie zijn wij
De Evangelisch-Lutherse gemeente Zeist is een kleine geloofsgemeente, die deel uitmaakt van de Evangelisch-Lutherse Gemeente Utrecht-Zeist e.o.. De gemeenschap wordt gekenmerkt door een sterke onderlinge verbondenheid en een grote openheid naar buiten. In de (tweewekelijkse) zondagse eredienst volgen we de Lutherse liturgie en zoeken we in Woord en Sacrament verbinding met God. Zo willen we ons laten inspireren om in pastoraat en diaconaat om te zien naar onze naasten dichtbij en ver weg.
 
Lutherkapel Zeist, Woudenbergseweg 38

KvK  De Evangelisch-Lutherse Gemeente Utrecht-Zeist e.o. te Utrecht staat bij de Kamer van Koophandel ingeschreven onder no. 76366715 . meer
 
Verhuur
Voor het huren van de gemeentezaal en/of de kerkzaal: zie de informatie onder Organisatie / Koster, Beheer en Verhuur.
 
 
Giften /schenkingen en ANBI
Een ANBI is een algemeen nut beogende instelling. Dat betekent dat ieder die een gift geeft, dit van de belastingdienst mag aftrekken van de inkomstenbelasting. Een instelling kan alleen een ANBI zijn, als ze zich voor minstens 90% inzet voor het algemeen nut.
Zie voor giften / schenkingen de informatie onder Financiën.
 
 
Preken
Onder het kopje Kerkdiensten/preekarchief kunt u een aantal diensten/preken nalezen!
 
 
Protestantsekerk.net is een samenwerking tussen de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland en Human Content Mediaproducties B.V.