|
|
eerste zondag van de voleinding 10-11-19 Ds. C.P. Bouman
eerste zondag van de voleinding 10-11-19 Ds. C.P. Bouman
Zeist 10 november
Lezingen: Jesaja 48: 1-11; 1 Tessalonicenzen 4: 13-18; Matteüs 24: 15-28.
Zaterdag, 2 november, Allerzielen, werd er in het programma ‘Voor wie steek jij een kaarsje op?’ voor gestorven geliefden een lichtje geplaatst.
Soms werd gevraagd naar het ‘waarom’ rond dat plaatsen van die lichtjes. Het was om de gestorvenen op een bijzondere manier weer in herinnering te brengen, ze te betrekken in het leven zelf. Ontroerend te zien hoe zo ouders en grootouders, partners, kinderen, werden herdacht. In het aansteken van die lichtjes werd duidelijk wat de zin van hun leven was geweest: ze waren zelf als een licht geweest voor hen die achterbleven en die nu in dankbaarheid, met alle verdriet, daar getuigenis van aflegden.
Dat herdenken van een specifiek iemand houdt natuurlijk een keer op, na een aantal generaties.
Die vraag naar de zin en betekenis van het leven, met name van hen die gestorven zijn, het is de vraag waar de gemeente in Tessalonica mee aanklopte bij Paulus.
‘Wat voor zin heeft hun leven gehad, Paulus?’ vragen de gemeenteleden. ‘Hoop heb je ons verkondigd. Je hebt gezegd dat we los mogen laten die zware weg om toch vooral maar goed genoeg te zijn, goed genoeg te doen, voor God of de goden. Je riep ons op om los te laten de angst en verschrikking om de dood. Want de dood, zo geloofden wij vroeger, de dood is ook een moment van oordeel over ons leven. Je weet maar nooit hoe dat oordeel uitvalt. Paulus, dat weet je, daar zaten wij middenin, in die gedachten. Dat er een oordeel over je leven is ten goede of ten kwade.
Als het ten goede was, dan rekenden we op een wat schimmig maar rustig, vredig bestaan. Ten kwade betekende dat onze schim gedoemd was tot rusteloos rondzwerven, tot een hopeloos bestaan dat eigenlijk geen bestaan was. Het vreselijke was dat je dat nog wist ook, die onrust, die angst, het hield maar niet op. En nog eens, je weet maar nooit hoe dat uitvalt.
Toen kwam jij dus, Paulus, jij zei dat deze hoop op misschien een goede afloop geen hoop was, maar angst.
En je vertelde dat wij mogen vertrouwen dat ons leven én ons sterven opgenomen is in Gods leven, dat onze tijd omgeven is door zijn eeuwigheid. Als wij dan vroegen of dat wel zo zeker was, dan zei je dat het in naam van de Heiland, Jezus Christus, volstrekt zeker was. Hij zou spoedig, zeer spoedig komen, Hij zou aankloppen aan de deur van ons leven, Hij zou het oordeel van God in zijn handen houden, een oordeel dat bestaan zou uit één woord: Ja. ‘Ja’ zegt de Eeuwige tot ons, ‘jij hoort bij Mij’. Dat zegt Hij niet omwille van onze daden of ons krachtig geloof, maar omdat Hij God is, de God van genade en barmhartigheid.
Maar nu, Paulus, nu zijn er al gemeenteleden gestorven nog voordat Jezus Christus is gekomen, nog voordat het oordeel, het ‘ja’ over hun leven is uitgesproken. Vallen zij daar dan buiten? Ondergaan zij dan toch de doem van het onrustig, angstig, wanhopig bestaan voorbij de doodsgrens? Heeft hun leven dan uiteindelijk toch geen zin en betekenis gehad?’
Dan schrijft Paulus dat het eerste niét is dat wij, in angst en beven, naar Gods oordeel toeleven. Uit Gods oordeel leven wij, uit Gods ‘ja’ zijn wij geboren. Wij leven vanuit kruis en opstanding, vanuit Goede vrijdag en Pasen. ‘Jezus is gestorven en opgestaan’ schrijft Paulus. In die beweging doorheen de dood, doorheen de laatste dood, worden we meegenomen naar God. Daarom heeft ons kleine leven, ons wankel geloof, ons aarzelend handelen, een eeuwige zin en betekenis. Wij zijn immers in Gods leven, in Gods geschiedenis betrokken.
Hoe belangrijk het ook is om geliefden in herinnering te brengen, hun namen te noemen en ze dus zo dankbaar in onze gedachten en in ons leven te betrekken, wij mogen vertrouwen dat onze geliefden in Gods gedachten worden betrokken, in Gods leven, in Gods ‘ja’, in Gods eeuwigheid. ‘God leidt door Jezus de doden naar zich toe’. Oudtestamentisch gezegd: Zij werden ‘opgenomen werden in de bundel der levenden’. Het is één van de vele beelden om te verkondigen dat God ons gedenkt, dat zijn gedenken niet voor een tijdje is en daarna ophoudt, nee, het is voor de eeuwigheid. In zijn gedenken vinden wij rust en vrede, voorgoed.
Daarom schrijft Paulus ook dat het eerste in ons bestaan niét is dat wij naar de dood toeleven maar naar Hem toe die gekomen is en komt. Hij komt, Hij heeft haast! Hij rooft ons, zoals er letterlijk staat, rooft ons weg uit een duisternis waar het kwade regeert.
Weg uit schuld en wanhoop, weg uit angst en eenzaamheid. Dat alles is niet zomaar weg, maar, wonderlijk, er is ook een vermoeden, een weten: Hij is daar ook. Er is een vertrouwen dat, wat we over geliefden durven stamelen, ‘Uit Gods hand, in Gods hand’, ook voor ons geldt.
We hoorden erover bij Jesaja, dwars door alle schuld heen blijft Hij de God die ons in leven en sterven toekomst geeft, zichzelf geeft. Zichzelf op nieuwe wijze geeft, in Christus. Want alles kan, maar zichzelf verloochenen, zijn mensen vergeten, dat kan Hij niet.
We lazen het bij Matteüs, midden in alle onbegrijpelijkheid van de dingen in deze wereld, blijft dat Hij naar ons grijpt, ons vasthoudt en ons leven binnen de ruimte stelt van zijn handen.
Paulus mag er zich dan in vergissen dat zijn grijpen naar ons, dat ‘roven’ nog tijdens zijn leven in alle openheid gebeuren zou, dat de werkelijkheid van Pasen, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, voor aller oog voorgoed zouden doorbreken, dat neemt niet weg dàt Hij naar hem en naar ons grijpt, ons niet meer loslaat, tot wij thuis zijn, bij Hem zijn, voorgoed.
De beelden die Paulus dan gebruikt zijn natuurlijk beelden die passen bij de tijd van toen. Maar wat Paulus met nadruk wil zeggen, is dat de gestorven Jezus de dood openbreekt en ons doorgang verleent, ons meeneemt, en tegelijk dat Hij onderweg is om ons uit de duisternis van schuld en nood weg te halen. Dàt is Gods oordeel!
Dat zijn geen lege woorden, daarvan is iets te zien, te horen.
Dáár waar wegen van vergeven en verzoenen worden gezocht, gevonden wellicht, dáár waar we in vreugde leven omdat we vertrouwend hopen dat Gods ‘ja’ over ons leven heeft geklonken.
Daar, waar we met alle pijn om het verlies van dierbaren toch kunnen stamelen dat zij voor God en voor ons van betekenis waren, dat ze mogen leven bij Hem.
‘Voor wie steek jij een kaarsje op?’ Gestorvenen werden in dankbaarheid betrokken in het eigen leven; hun namen werden genoemd. Er gaat iets aan vooraf, Hij, de Eeuwige noemde hun namen, noemde onze namen. ‘Jij hoort bij Mij’ heeft geklonken.
Straks bij de viering van de Maaltijd des Heren, vieren we dat ook: Hij heeft ons bij onze naam genoemd, ons op zijn weg meegenomen, ons leven eeuwige zin en betekenis verleend, en daarom zijn we hier, om dat te gedenken, te vieren, samen met elkaar en met Hem.
Om uit te zien naar zijn komst, naar vrede en rust, eens en voorgoed.
| terug
|
|
|
|
|
|
Wie zijn wij
De Evangelisch-Lutherse gemeente Zeist is een kleine geloofsgemeente, die deel uitmaakt van de Evangelisch-Lutherse Gemeente Utrecht-Zeist e.o.. De gemeenschap wordt gekenmerkt door een sterke onderlinge verbondenheid en een grote openheid naar buiten. In de (tweewekelijkse) zondagse eredienst volgen we de Lutherse liturgie en zoeken we in Woord en Sacrament verbinding met God. Zo willen we ons laten inspireren om in pastoraat en diaconaat om te zien naar onze naasten dichtbij en ver weg.
|
|
Lutherkapel Zeist, Woudenbergseweg 38
KvK De Evangelisch-Lutherse Gemeente Utrecht-Zeist e.o. te Utrecht staat bij de Kamer van Koophandel ingeschreven onder no. 76366715 .
meer
|
|
Verhuur
Voor het huren van de gemeentezaal en/of de kerkzaal: zie de informatie onder Organisatie / Koster, Beheer en Verhuur.
|
|
Giften /schenkingen en ANBI
Een ANBI is een algemeen nut beogende instelling. Dat betekent dat ieder die een gift geeft, dit van de belastingdienst mag aftrekken van de inkomstenbelasting. Een instelling kan alleen een ANBI zijn, als ze zich voor minstens 90% inzet voor het algemeen nut.
Zie voor giften / schenkingen de informatie onder Financiën.
|
|
Preken
Onder het kopje Kerkdiensten/preekarchief kunt u een aantal diensten/preken nalezen!
|
|
|