2 maart 2014
2 maart 2014
Preek gehouden op 2 maart 2014, zondag quinquagesima = zondag Esto mihi, in de ELG Zeist n.a.v. de naam van de zondag en Jesaja 38:1-6 en Lucas 18:31-43.
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Vandaag is het de zondag die voorafgaat aan de vastentijd voor Pasen 2014.
We zitten midden in het carnavalsfeest, ooit bedoeld als voorbereiding op de vastentijd.
Om een tijd van afzien vol te kunnen houden, even uit de band springen zodat je een stevig bodem hebt voor wat komt.
Dat zal vroeger nodig geweest zijn, maar tegenwoordig niet meer.
Hier is iedereen goed gevoed, ook aan het eind van de winter en feestjes worden er evengoed wel gebouwd. En vasten uit godsdienstige overwegingen doen christenen ook niet veel meer.
Dus die oude betekenis heeft carnaval in onze streken niet meer.
Wat voor betekenis heeft deze zondag dan?
Wij bereiden ons vanmorgen heel wat rustiger voor op de aloude vasten- of 40 dagentijd.
Dat is voor ons geen tijd waarin we gaan lopen hongeren naar eten en drank of feestjes.
Als we al iets laten staan is dat meestal iets van luxe waar we aan gewend zijn.
Waar we wel echt mee aan de slag gaan, is “inkeer en boetedoening”.
Oude begrippen die buiten de kerk helemaal in onbruik zijn geraakt, in de kerk ook al oubollig klinken (dat vind ik tenminste), maar die wel duidelijk de werkelijke thematiek van de vasten- of veertigdagentijd aangeven.
We gaan er “rustig” over nadenken wat we maken van ons geloof in Jezus en wat hij ons geeft.
en ik zeg met opzet: “geeft”.
Want zijn geschenk van “bevrijding van de last van schuld door een liefhebbende God” is en blijft hard nodig, omdat alle mensen van alle tijden met schuld te maken krijgen.
Of ze dat nu willen horen of niet, het is wel zo.
Dit is niet bedoeld om schuld die mensen niet hebben, aan te praten. Het gaat over echte schuld.
Het onderwerp “schuld, boete, vergeving/bevrijding” is actueel.
Nu gaan misschien uw gedachten uit naar nare dingen die mensen elkaar aan doen in landen ver weg. Gisteravond hoorden we over een aanslag in China door Oeigoeren.
Deze weken zien en horen we van de problemen en het geweld in Oekraïne, naast de al langer bestaande ellende in Syrië en Afrika en op vele andere plaatsen in de wereld.
Maar dichtbij huis gebeuren er ook dingen die ons doen schrikken en denken: moet dat nou zo?
Wat een schuld laden mensen op zich.
Een man en een vrouw die als bezetenen rondtrekken door het land en mensen beroven, vermoorden, naast anderen die zich schuldig gemaakt hebben aan geweld of bedrog.
Maar hierbij komt ook de vraag: hoe om te gaan met al die mensen als ze hun straf hebben uitgezeten?
Hoe geven we ze een kans op een nieuw bestaan waarin ze hun leven kunnen beteren?
Willen we hen die kans wel geven?
Dit zijn geen specifieke problemen om over na te denken in de vastentijd
–deze vraagstukken zijn er altijd –maar ze zijn wel een opstapje naar de vraag:
wat vinden wij nou als volgelingen van Christus dat je in al deze situaties moet doen? Wat vraagt Jezus nu van ons?
Met andere woorden: wat maken wij concreet van ons christelijk geloof als het om dit soort problemen gaat?
En dan gaat het in het bovenstaande nog om dingen die in verhouding ver van ons af staan en die omvangrijker zijn dan onze eigen zorgen.
Maar deze vraag betreft ook onze persoonlijke leefsfeer.
Hoe groot is de rol van Christus in ons denken en doen alle dagen van ons leven met alle ups en downs.
Is die rol beperkt tot de zondagmorgen en is dat dan wel weer mooi geweest?
Of gaat Christus straks mee naar buiten, de straat op en mee naar huis?
En hoe gaat hij dan mee?
Gaat hij mee als onze “privé” rots, onze vesting die ons moet beschermen en troosten?
Of gaat Hij mee met ons in onze relaties met elkaar en anderen en onszelf; en reiken het houvast en de bescherming die hij biedt verder dan onze voordeur?
Gaat Christus mee de straat op in onze contacten, bezigheden en confrontaties met de buitenwereld?
Zijn we ons hiervan bewust?
Daarover na te denken, eerlijk naar onszelf te kijken, naar wat goed gaat (dat moeten we ook doen), maar ook naar ons eventuele tekortschieten op momenten dat we helemaal niet stilstaan bij God en wat Hij misschien zou willen, dat is “inkeren”
En het toegeven van onze “missers”, al die gedachten en bezigheden die ons de Eeuwige deden vergeten en die tussen hem en ons in kwamen staan: dat is “schuld belijden.”
Vervolgens de vraag stellen: hoe kunnen we dit goed maken of anders gaan doen?
Daarover nadenken en misschien soms ook concreet iets doen naar een medemens toe, dat is boetedoen”
Tegenover Christus mag ons nadenken hierover nauw verbonden zijn met het besef: Ik heb die vrijspraak van zonden net zo hard nodig als ieder ander om echt opgelucht te kunnen ademhalen en opnieuw te kunnen beginnen. Om ontvankelijk te zijn voor alle goede dingen die Christus in Gods Naam geeft.
Inkeer: eerlijk naar jezelf kijken, is niet gemakkelijk.
Stel je voor dat je zou schrikken.
Met een beschuldigende vinger naar anderen wijzen gaat vaak veel gemakkelijker.
Dan ben je er maar vanaf.
We weten allemaal dat juist op dit punt veel mis gaat.
Maar daarom hebben we alles waar Christus voor staat zo nodig.
Het is altijd weer aan de orde, het komt steeds terug.
Laten we daar niet blind voor zijn en onszelf en elkaar de bevrijding en ontferming door Christus niet ontzeggen maar met twee handen aanpakken.
Zeker met Pasen als we het grote feest van de bevrijding en het nieuwe leven vieren
Zijn we er klaar voor?
Misschien twijfelen we toch een beetje.
Maar waarom eigenlijk, we gaan de weg naar Pasen toch niet alleen, op eigen kracht.
Vandaag krijgen we het eerste opstapje al mee.
In het begin van de liturgie hebben we gezamenlijk onze schuld beleden.
Dat was nodig omdat we zo het Heilig Avondmaal gaan vieren.
Het Heilig Avondmaal waarin Christus’woorden met brood en wijn ons God’s vergeving aanzeggen.
Als je vergeving/genade wil ontvangen, moet je eerst belijden dat je die nodig hebt.
Iets wat we volgens Luther iedere dag nodig hebben.
Dat is helaas praktisch niet uitvoerbaar.
Maar als we het dan vieren, moge het dan zo zijn, dat een ieder dit geschenk onbezwaard aanneemt.
Want dat is überhaupt de bedoeling.
Maar zeker nu nu we op weg gaan naar Pasen en ons daarop gaan voorbereiden.
En het is er voor iedereen.
Laat niemand denken: het is voor iedereen behalve voor mij.
Brood en wijn met de woorden van Christus daarover uitgesproken, willen voor iedereen werken als
rots of vesting, houvast en beschutting tegen alles wat er in de wereld op ons afkomt.
Ze komen naar u toe. Neem ze aan.
Amen
|